Glossolepis incisus

Weber, 1908

 

Glossolepis incisus (man en vrouw) – © foto: Neil Armstrong

 

Soortbeschrijving

Het vrouwtje van Glossolepis incisus heeft een geel-olijfkleurig lichaam met een goudkleur op de schubben en met doorschijnende vinnen. De mannen daarentegen zijn schitterend gekleurd: het gehele lichaam en de vinnen zijn helder zalmrood. Sommige schubben hebben een zilverige glans, dat voor een bijzonder ongewoon effect bij de rode achtergrondkleur zorgt. Jonge vissen zijn vrij saai gekleurd: egaal groen over het gehele lichaam met hier en daar een zilverige glans. Maar als de vissen een lengte van 4 à 5 cm hebben bereikt, dan beginnen de mannen te kleuren. Als dit proces eenmaal in gang is gezet, dan is de voortgang daarvan vrij snel. Tegen de tijd dat de vissen 7 à 8 cm zijn, zouden de mannen hun volle intense kleur moeten hebben. De mannen zijn breder gebouwd dan de vrouwen en hebben een hoge ronde rug, dat ervoor zorgt dat het hoofd relatief klein lijkt met onevenredig grote ogen. Mannen kunnen een maximale grootte bereiken van 15 cm. Vrouwen zijn gewoonlijk kleiner dan 12 cm.

 

Lake Sentani

 

Verspreiding en leefgebied

Glossolepis incisus komt alleen voor in Lake Sentani. Het meer ligt 10 kilometer ten westen van Jayapura in het noordoosten van West-Papoea. Het is een grillig gevormd meer met een lengte van 28 kilometer (oost-west) en een breedte van 19 km (noord-zuid) en een totale oppervlakte van 104 km2. In het blauwgroene water van het meer liggen 16 kleinere eilanden. Het wordt omgeven door heuvels in het zuiden en het Cyclops-gebergte in het noorden, dat het meer scheidt van de Pacific Ocean. Lake Sentani is het grootste meer van de meren in West-Papoea, met een stroomgebied van ongeveer 600 km2. Zo’n 35 kleinere rivieren komen uit in het meer en er is slechts één natuurlijke uitlaat in de zuidoostelijke punt van het meer, via de Jafuri en Tami Rivers. Deze komen uit in de Pacific Ocean dichtbij de grens van Papoea-Nieuw-Guinea.

Het meer kan verdeeld worden in drie grote delen met een diepte van 7 tot 52 meter. Volgens onderzoeken in 1970-1971, 1984 en 1987 is de watertemperatuur ongestratificeerd (niet opgebouwd in lagen), met een temperatuur aan het oppervlak van 29 tot 32 °C en een pH van 6,2 tot 6,8. Regenboogvissen worden gewoonlijk aan de randen van het meer gevonden. Grote aantallen vissen scholen samen rond waterplanten en verzonken hout en takken.

 

Glossolepis incisus - © foto: Hristo Hristov

 

Opmerkingen

Glossolepis incisus werd het eerst verzameld door Max Weber, die tussen 1890 en 1900 verschillende expedities naar Nederlands-Nieuw-Guinea (West-Papoea) ondernam. De ontdekking en vangst van regenboogvissen in afgelegen plekken in Nieuw-Guinea is altijd al moeilijk geweest en het is dan ook niet eerder dan in 1973 dat er levende exemplaren van deze soort werden verzameld. In 1973 vingen A. Werner jr uit München en E. French uit Memmingen (Duitsland) levende exemplaren tijdens een reis naar Java, Celebes en West-Papoea. Zij namen diverse fraai gekleurde vissen mee naar Europa waaronder Glossolepis incisus. Werner en French namen ook een andere prachtige en aantrekkelijk regenboogvis voor de aquariumhobby mee: Iriatherina werneri.

 

Literatuur

- Weber M. (1907). Süsswasserfische von Neu-Guinea ein Beitrag zur Frage nach dem früheren Zusammenhang von Neu-Guinea und Australien. In: Nova Guinea. Résultats de l'expédition scientifique Néerlandaise à la Nouvelle-Guinée. Süsswasserfische Neu-Guinea 201-267.

 

Bron: Home of the Rainbowfish
Auteur: Adrian R. Tappin
Vertaling: Hans Booij