Melanotaenia

 

Het geslacht Melanotaenia is bij verre het grootste geslacht in de familie van de regenboogvissen met ruim 80 vertegenwoordigers. En daar zal het zeker niet bij blijven, want regelmatig worden er nieuwe soorten aan het geslacht toegevoegd. De meeste aquarianen zullen dan ook regenboogvissen identificeren met soorten uit dit geslacht. Veel verschillende soorten zal men echter niet snel in de winkels aantreffen, waar het aanbod veelal beperkt blijft tot M. boesemani, M. praecox, M. maccullochi, M. herbertaxelrodi en M. lacustris. De vele andere soorten zijn meestal niet bekend.

 

De naam Melanotaenia is samengesteld uit het Griekse ‘melanos’ (= zwart) en ‘taenia’ (= band, streep). Dit wijst dan op de zwarte middenstreep die bij veel leden van het geslacht voorkomt. De vissen zijn wijdverbreid in Australië en Nieuw-Guinea in wateren in laag- en hoogland. In Australië vindt men de vissen vooral in het noordelijk gebied. De meeste soorten worden gevonden in Nieuw-Guinea. Alle soorten uit het geslacht hebben een sterk samengedrukt lichaam. De volwassen mannen hebben meestal een hoge rug, een zwarte middenstreep die gewoonlijk prominent aanwezig is. De mannen hebben bovendien langere vinnen en zijn kleuriger dan de vrouwen. Er zijn soorten die verschillende kleurvormen hebben al naar gelang de vindplaats.

 

Leefgebied

De vissen leven in diverse leefgebieden (biotopen). In Australië komen ze voor in hard alkalisch water, maar ook in zacht en zuur water. In Nieuw-Guinea daarentegen komen de vissen voor in wateren met een pH van 7, maar ook in wateren met een sterk afwijkende pH-waarde. Er zijn zelfs soorten aangetroffen in licht brak water. Voor het aquarium is het voldoende de vissen te houden in middelhard tot hard water met een pH rond de 7 (neutraal). De grotere soorten kunnen langer dan 10 jaar in aquariumomstandigheden leven.

De commerciële waarde van de vissen in hun oorspronkelijke gebieden is laag. Ook als aquariumvissen zijn het geen kostbare vissen, veelal omdat er maar een paar soorten worden gevangen. Gespecialiseerde aquariumverenigingen proberen wel zo veel mogelijk soorten in de hobby in stand te houden (zoals het Internationaal Regenboogvissen Gezelschap).

 

Voortplanting en voeding

De voortplanting van de vissen is relatief eenvoudig. De vissen zetten continu eieren af en sommige soorten kunnen per dag meer dan 100 eieren produceren. De eieren zijn zeer klein en hebben een harde schil. Ze komen gemiddeld na 7 tot 13 dagen uit. Ze groeien niet snel. De vissen worden redelijk snel volwassen, ten laatste als de helft van de maximale leeftijd is bereikt.

Het dieet is rijk gevarieerd. De vissen lijken altijd hongerig en ‘storten’ zich op allerlei voedsel, van kleine plantenresten tot dierlijk voedsel, zoals insekten. De jongen groeien goed op fijn poedervoer, algen en klein dierlijk voedsel.