Melanotaenia vanheurniWeber en De Beaufort, 1922
SoortbeschrijvingMelanotaenia vanheurni is bruin of olijfkleurig op de rug en geel lager op de zijkanten. Er is een prominente, blauwzwarte middenstreep met een brede, bleekgele tot witte lijn langs de boven- en ondergrens ervan. Paaiende mannetjes vertonen een pulserende goudgele gloed boven op de kop. Ze kunnen een lengte bereiken van maximaal 20 cm, maar gewoonlijk minder dan 15 cm. Het is hiermee het grootste lid van de familie van de regenboogvissen.
Verspreiding en leefgebiedDe vissen leven in het stroomgebied van de Mamberamo River van Noord-West-Papoea. Ze zijn gevangen in kleine heldere waterstroompjes in het regenwoud vooral dicht bij de heuvels rondom de rand van de Mamberamo Plains. Ze komen talrijk voor in langzaam tot relatief snelstromende riviertjes met rotsachtige en zandige bodem. Ze delen dit leefgebied met Chilatherina fasciata. Temperaturen variëren tussen 25 en 28 °C met een pH-waarde van 7,1 tot 7,5.
OpmerkingenMelanotaenia vanheurni werd voor het eerst gevangen in de Mamberamo Valley door W.C. van Heurn in 1920 tijdens de Nederlandse expeditie naar Noord-Nieuw-Guinea (de Mamberamo-expeditie) in 1920 en 1921. De vis werd niet meer gezien totdat David Price hem 70 jaar later ving. De soort is momenteel niet beschikbaar in de internationale aquariumhobby, alhoewel levende exemplaren zouden zijn ingevoerd in Duitsland in 1992 door Heiko Bleher. Ze worden echter lokaal gehouden door David Price in West-Papoea.
Literatuur- Allen, G.R. (1991). Field guide to the freshwater fishes of New Guinea. Christensen Research Institute, Madang, Papua New Guinea. - Allen G. R. (1995). Rainbowfishes in Nature and in the Aquarium. (Tetra-Verlag: Germany). - Weber, M. and L. F. de Beaufort (1922). The fishes of the Indo-Australian Archipelago. IV. Heteromi, Solenichthyes, Synentognathi, Percesoces, Labyrinthici, Microcyprini. E. J. Brill, Ltd. Leiden.
Bron: Home of the Rainbowfish Auteur: Adrian R. Tappin Vertaling: Eric van de Meerakker
|